In Nederland lopen jaarlijks meer dan 200.000 werknemers letsel en verzuim op door een arbeidsongeval en krijgen naar schatting 25.000 werknemers per jaar een beroepsziekte. Werknemers die de financiële schade die zij hierdoor oplopen willen verhalen moeten daarvoor de werkgever aansprakelijk stellen. In de praktijk betekent dit een juridische lijdensweg. Daarom pleiten patiëntenorganisaties, vakbeweging, SER en – recent – de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een nieuw systeem van het verhalen van schade van arbeidsongevallen en beroepsziekten, ook wel werknemerscompensatie genoemd. Een dergelijk nieuw systeem van werknemerscompensatie zou naast een compensatiefunctie ook een preventieve functie moeten hebben. Over die preventieve functie van werknemerscompensatie gaat dit proefschrift.
Het proefschrift doet verslag van een theoretisch en empirisch onderzoek naar de preventieve werking van vier verschillende systemen van werknemerscompensatie. Het empirisch onderzoek, bestaande uit juridische analyse van werknemerscompensatiesystemen in Nederland en België, vragenlijstonderzoek onder werknemers en werkgevers en zeven casestudies, concludeert dat van de compensatiesystemen nauwelijks een preventief effect uitgaat. Die systemen blijken gebaseerd te zijn op een aantal onjuiste denkbeelden, zoals de gedachte dat financiële prikkels een preventieve werking hebben en dat zelfregulering arbeidsorganisaties stimuleert tot preventief handelen. Het onderzoek concludeert dat preventie van arbeidsletsel vooral moet worden gerealiseerd door meer bemoeienis van de samenleving met arbeidsorganisaties die beroepsgebonden letsel ‘produceren’, en door meer zeggenschap van onder andere preventie-experts en werknemers bij het voorkomen en evalueren van arbeidsongevallen en beroepsziekten.